Als je iets in de tekst niet begrijpt, email dan naar kaartspelen@hotmail.com. Hieronder staan wat woorden die je tegen zou kunnen komen, en die niet iedereen begrijp.
Bekennen
De kleur bijgooien die gevraagd wordt.
Bieden
Het doen van een bod door middel van het noemen van bepaalde speelwaarden, duidelijk maken dat men een bepaald aantal slagen of punten en dergelijke wil binnenhalen
Bridgespel
Een compleet kaartspel zonder de jokers. Dus 52 kaarten.
Gedekte kaarten
Bij deze kaarten moet je de beeldzijde niet kunnen zien.
Geven
Het delen van de kaarten
Hand
Het aantal kaarten dat een speler heeft en in de hand heeft.
Kleur
Bij het kaarten betekent kleur 'soort' dus harten ruiten schoppen en klaveren zijn de kleuren.
Ongedekte kaarten
Het tegenovergestelde van gedekt, dus met de beeldzijde naar boven zodat iedereen het kan zien.
Open
Hetzelfde als ongedekt.
Passen
Geen bieding doen en dat door het woord 'pas' duidelijk te maken. Je kunt dan niet meer meespelen
Piketspel
Een spel van 32 kaarten bestaande uit 8 kaarten van elke kleur ( schoppen harten ruiten en klaveren) Bij elke kleur horen de 7, 8, 9, 10, boer, vrouw, heer, en de aas. De ander kaarten doen dus niet mee. (2, 3, 4, 5, 6)
Roem
Kaarten die extra punten opleveren en in combinatie een bepaalde waarde vertegenwoordigen. Een paar voorbeelden zijn Drie opeenvolgende kaarten van een kleur, drie over vier azen, boeren enz. Combinaties die in de spelregels vaak worden aangeduid als extra waardevol.
Stock
Een stapeltje kaarten. Vaak een stapeltje waar tijdens het spel nog kaarten vanaf gehaald mogen worden. Logisch is het verschil tussen een gedekte en een open stock. Voor de duidelijkheid, bij een gesloten stok liggen de kaarten met de beeldzijde naar beneden en bij een open stock liggen de kaarten met de beeldzijde naar boven.
Stuk
Stuk is eigenlijk een vorm van roem. Hier heeft een speler de heer en de vrouw van een kleur samen.
Troef
De kleur die in het spel troef wordt gemaakt, heeft een bijzondere waarde boven de andere kleuren. Met een lage troefkaart kan men soms hogere kaarten van een andere kleur verslaan. De volgorde van kaarten verandert vaak ook als een kleur troef is, dit word bij het betreffende spel uitgelegd.
Uitkomen
De speler die in een spel het eerste een kaart moet opgooien of op een andere manier het spel moet beginnen, komt uit.
Verzaken
Dit is een vorm van onjuist spelen. Namelijk niet de kleur bijspelen (opgooien) die door de uitkomende speler wordt gevraagd, terwijl dit wel moet en de speler de kaart ook in handen heeft.
Voorhand
De speler links van de deler.
Wassen
Het schudden van de kaarten
Whistspel
Zie 'Bridgespel'