kaartspelen
Blackjack

HOME

Pesten
de verassende 2
Boppen
Blackjack
Kirt
Oorlogje
Hartenboer op de loer
Zenuwen
Twaalf x Twee
Vieren
Kiddi
.
moeilijke woorden
Kaartenhuis Foto's
GASTENBOEK
Favoriete Links
web-games (tip)
Meer webgames
Gewonnen Awards
.
Nieuws en Weer

 

DOEL VAN HET SPEL:

Bij die beroemde spel is het de bedoeling om 21 punten te behalen.

 

 

SPELERS

Eigenlijk kun je dit spel met zoveel spelers als jij wilt spelen. Je moet alleen wel het aantal kaarten aanpassen aan de hoeveelheid spelers. Daarover word hieronder nog wat meer verteld. Je moet ook voldoende ruimte hebben.

 

KAARTEN EN KAARTVOLGORDE

Dit is natuurlijk heel erg belangrijk bij Blackjack. Al weet je de volgorde niet, kun je het spel niet spelen. De kleuren van de kaart maken niet uit. Of je nu schoppen of harten 8 hebt, de waarde blijft hetzelfde. Je moet dus proberen 21 punten te verzamelen. Dat moet met meerdere bridgespellen (een spel van 52 kaarten zonder jokers). Het zal zometeen duidelijk worden waarom je er meer dan 1 nodig hebt. Nu volgt de waarde van de kaarten;

De 1=             1 punt

De 2=              2 punten

De 3=              3 punten

De 4=              4 punten

De 5=              5 punten

De 6=              6 punten

De 7=              7 punten

De 8=              8 punten

De 9=              9 punten

De 10=            10 punten

De Boer=         10 punten

De Vrouw=      10 punten

De Heer=         10 punten

De Aas=           1 of 11 punten

Eigenlijk is de volgorde dus makkelijk, de boer, vrouw, en de heer zijn 10 punten waard. De aas is 1 of 11 punten en de kaarten met getallen houden hun eigen waarde.

 

 

 

HET SPELEN:

Eerst moet er iemand als bankhouder worden aangewezen. Als niemand zich aanbied moet elke speler een kaart trekken. De gene met de hoogste kaart word de bankhouder. Eerst word gezegd met hoeveel er wordt gespeelt. Je speelt bijvoorbeeld met lucifers. Elke speler krijgt dan bijvoorbeeld 20 lucifers. Dan schudt de kaarten en deelt ze uit. Iedereen krijgt 1 kaart, deze moet gedekt voor de speler worden gelegd. Al heb je een aas of een plaatje, heb je een redelijk hoge kaart in handen. Je kunt dan redelijk hoog inzetten. Als laatst word de kaart van de bankhouder bekeken. Iedereen moet alle kaarten uit het spel moeten kunnen zien. Al is die kaart ook een aas of een plaatje, dan zegt hij 'dubbel'. Dit betekent dat de spelers hun inzet mogen verdubbelen. Daarna deelt hij aan de spelers een tweede gedekte kaart uit. Nu kan het zo zijn dat een of meerdere spelers 21 punten heeft. Deze speler legt zijn kaarten dan neer en zegt dat hij 21 punten heeft bereikt. Natuurlijk kijkt de bankhouder voor de zekerheid of dit het geval is. De speler(s) met 21 punten krijgen hun inzet dubbel uitgekeerd. We gaan er van uit dat de bankhouder nog geen 21 punten heeft.

De spelers kunnen nu nog een kaart bijkopen als ze dat willen. Nu heeft een speler bijvoorbeeld een boer en een 5. Dat zijn 15 punten. Als hij nu nog een kaart neemt bestaat er een kans dat hij inderdaad dichter bij de 21 omt. Maar al krijgt hij bijvoorbeeld nog een boer, is hij 'dood' hij heeft dan namelijk meer dan 21 punten behaald, en dat mag niet. Nu bestaat er ook nog een mogelijkheid voor de speler om te passen. Stel dat een speler 17 punten heeft, hij kan dan een grote gok nemen door nog een kaart te nemen. Wat hij ook kan doen is 'passen'. Dan legt de speler ook zijn kaarten weg en stopt hij met de behaalde 17 punten. Al heeft de bank minder dan 16 punten moeten ze doorkopen. Stel dat de bank 14 punten heeft, en ze koopt een 7. Dan hebben er 2 spelers 21 punten. De bank verliest in dit geval van de speler(s) met 21 punten. De speler met minder dan 21 punten of de spelers die al 'dood' zijn, verliezen. Nog even een belangrijk punt. Stel dat je met zijn vieren speelt Speler 1 heeft gepast bij 18 punten. Speler 2 heeft 21 punten. Speler 3 is dood en de bank heeft bij 20 punten gepast. Nu wint alleen speler 2. Deze krijgt zijn inzet verdubbelt. De overige spelers krijgen niets, en moeten hun inzet aan de bank geven. Je moet van te voren duidelijk aangeven met hoeveel je inzet. Je gaat door totdat er 1 winnaar is of totdat er 1 iemand is uitgeschakeld.

1) Het leukst is natuurijk om te kijken wie er het best is en het meeste geluk heeft. Je speelt dan door totdat er 1 winnaar is. Je kunt ook doen dat de verliezer automatisch de bankhouder wordt. Wat je ook kunt doen is de gene die als eerst word uitgeschakeld, een 'E' te geven, vervolgens een Z, een E en een L. (EZEL) Of je verzint een ander woord.

2) Een eventuele regel die je van tevoren kunt afspreken is de volgende: Stel dat een speler na het krijgen van 2 kaarten bijvoorbeeld 2 negens heeft, of twee andere kaarten van gelijke waardes. Dan kun je gaan splitsen (Dit mag de bankhouder niet!) Het splitsen gaat als volgt. Op elke kaart word de oorspronkelijke inzet gezet. Dus al heb jij met 5 ingezet, moet je op beide kaarten 5 inzetten ( in totaal 10 dus). Je speelt dan dus eigenlijk met 2 spelen tegelijk. Je hebt 2 keer zoveel kans om te winnen, en 2 keer zoveel. Maar dat geld ook voor verliezen. Je hoeft dus niet te splitsen. Al hebt je nog maar 8 (lucifers) en je hebt 6 ingezet kun je niet splitsen. Daar zou je er immers 12 voor nodig moeten hebben. Al heeft een speler 2 azen word zijn inzet als hij wint verdrievoudigt.

3) Hier leg ik uit waarom er beter met meerdere bridgespellen tegelijk kan worden gespeeld. Je moet dan eigenlijk 2, 3, 4 of meer kaartspelen met dezelfde achterkant hebben. Nu is het voor een speler vrij moeilijk om mee te tellen. Al is er maar 1 spel kan een speler zijn kans berekenen door mee te tellen. Al zijn er al drie azen geweest is de kans vrij klein dat de speler de laatste in zijn bezit krijgt. Hij zal dan eerder passen. Het spelen is gewoon leuker met meerdere kaartspelen. Al heb je niet 3 dezelfde kaartspelen raad ik aan om er toch maar een spel bij te doen ook al zijn de achterkanten verschillend.

 

 

Dit spel hebben wij er zelf opgezet, en in eigen woorden verteld, maar we hebben het spel niet bedacht:

Enter supporting content here